Rotterdam, stad van bombardementen en wederopbouw. Stad waar alles mogelijk is. Van Ted Langenbach en geweldige feesten tot aan de diepe treurnis van de Blunderput. De stad waar je dood kan gaan door een bezoekje aan het ziekenhuis. Stad van Feyenoord, Sparta en Excelsior. De club van Zuid, Spangen, Woudestein. Voor ieder wat wils. Stad van hoge torens, dure auto’s, rijke havenbaronnen maar ook van diepe armoede. Stad van Pim Fortuijn én van socialisten en havenarbeiders. Stad van de HAL, de Coolsingel en de Maastunnel. De stad waar je kan leven als een prins en sterven als een bedelaar. De stad die voor altijd in je ziel blijft zitten, als een nagel aan je doodskist of een gouden pin aan je troon. Je houdt ervan, je haat ervan. De stad waar je 24 per dag je de tyfus kan zuipen of jezelf naar de top werken op wat voor manier dan ook.
Rotterdam, stad van bruggen, tunnels en van water. De Brienenoord, de Willemsbrug, de Koninginnebrug. En de Erasmusbrug. De enige brug die geïnspireerd is door een upskirt. De brug waar je na een gezellig feestje als het zomercarnaval om half zeven ’s ochtends nog even uit kan blazen omdat de kinderen thuis zijn en het daar niet kan.
O hee, wacht… OMGWTF
(via)
De verloedering ten top. Enfin, nog even the end is near voor de mensheid.