Taxichauffeurtjes in Amsterdam, altijd gezellig. Als ze geen coke aan het dealen zijn dan zijn ze wel bezig met het professioneel weigeren van korte ritjes of het in elkaar meppen van klanten. Om vervolgens natuurlijk weer binnen no time achter het stuur te kruipen. Maar chaffeur zijn is lang niet alleen maar toeters en bellen, zo duidt coureur Ferhat Teknecukur in de bovenstaande quote du jour. Het is allemaal de schuld van de fietsers. Die hebben in Amsterdam schijt aan alles en iedereen en crossen door de stad alsof ze met een gele trui op weg zijn naar Arc de Triomphe. En dan hebben we het nog niet over de fietsen die in de Draaiorgelstad blijkbaar zomaar out of the blue ineens uit de lucht op taxi’s keilen. Dat in 020 taxichauffeur zijn niet altijd een pretje is met al die, al dan niet totaal bezopen, omafietserts in ’t rijverkeer zal allemaal best. Maar als je dan op de voorruit van Ferhat beland heb je mooi precies even de verkeerde te pakken. In plaats van even rustig tot tien te tellen, terug te keren naar de innerlijke zelf en geheel zen de juiste procedure bij een ongeval te volgen heeft Ferhat een geheel ander plan van aanpak. Ook al lig je bloedspugend met helse pijnen op het asfalt, Teknecukur gaat voor natrappen. Gelijk over in Rocky-modus, gaan we achteraf pas ouwehoeren over wie er nu precies niet goed richting aangaf. Zo rolt deze faalcoureur. Hopelijk gooit TCA deze vent heel snel uit de auto, want zo’n mentaliteit daar kan men dus echt helemaal niks mee. Toet toet. (via)
Open Brief aan het Nederlandse Publiek dat recht heeft de waarheid te weten
Beste dames en heren,
Ik ben de persoon dat door Het Parool op 7 juli gewraakte uitspraak in mijn mond had gelegd. Ik zou volgens de berichtgeving gezegd hebben: ‘als een vrouw tegen mij aanrijdt waardoor ik schade heb en ze biedt haar excuses niet aan, dan mag ze op de grond liggen, maar dan schop ik haar gewoon in haar gezicht’.
Naar aanleiding van dit bericht zijn er zowel negatieve reacties en bedreigingen gekomen, als gevolg waarvan ik mij genoodzaakt voel de verhaal van mijn kant te vertellen. De situatie is als volgt geweest.
Ik had een rit van Amsterdam-Noord naar het Leidseplein, hier ben ik een van de verslaggevers van Het Parool tegengekomen. Hij vroeg mij of ik wilde reageren op het voorval dat onlangs is gebeurd: een taxichauffeur was in de zaterdagnacht van 30 mei 2012 over een op straat gevallen fietsster heengereden, als gevolg waarvan de vrouw van 19 met ernstig letsel in een ziekenhuis moest worden opgenomen; de chauffeur was daarna doorgereden.
Ik heb tegen de verslaggever verteld dat ik niets wist van deze gebeurtenis, maar dat ik het gedrag van de taxichauffeur niet netjes vond; de taxichauffeur had die vrouw moeten helpen. Ik heb ook de ouders van deze jonge vrouw sterkte en de vrouw beterschap toegewenst.
Ik heb tegen de verslaggever gezegd dat in dit soort situaties naar de hele context gekeken moeten worden en niet alleen naar het voorval.
Vervolgens wilde ik het heel even hebben over de problematiek die de fietsers in Amsterdam dagelijks veroorzaken. Ik heb aan de verslaggever aangegeven dat ook de kranten bij deze problematiek stil moeten staan, zodat de wetgever naar aanleiding van dergelijke publicaties strengere maatregelen ten aanzien van de fietsers zou moeten treffen, zodat de fietsers zich nauwkeuriger aan de verkeersregels zouden houden, want fietsers zijn overal, ook waar zij niet mogen zijn. Ik heb aangegeven dat volgens mij veel mensen een ongeval gehad hebben met fietsers. In normale situaties zou een door toedoen van fietsers veroorzaakt ongeval een grote confrontatie of ruzie tussen de fietser en bestuurders tot gevolg hebben. Echter, taxichauffeurs zijn professioneel, moeten dat zijn; in een conflictsituatie beheersen ze zich en proberen zij de confrontatie altijd op een goede manier te beëindigen, temeer dat zij zich ervan bewust zijn dat dergelijke confrontatie hun baan kan kosten.
Toen ik over het over het roekeloze rijgedrag had, had de verslaggever van Het Parool zijn eigen conclusie getrokken en letterlijk het volgende tegen mij gezegd: “ Dus je bedoelt te zeggen, als in een situatie van 30 mei zich zou voordoen, als een vrouw tegen jou aanreed, waardoor je schade had en de vrouw haar excuus niet zou aanbieden, mag zij op de grond blijven liggen, en je zou haar dus een schop in haar gezicht geven”. Toen heb ik tegen de verslaggever gevraagd of hij gek was, dat ik het zo niet bedoelde. Ik zou het slachtoffer niet zo behandelen en haar/hem natuurlijk helpen.
Aan het einde van het gesprek wilde ik van de verslaggever weten of mijn bewoordingen juist waren genoteerd. Toen heeft de verslaggever geweigerd zijn notities aan mij te laten zien.
De verslaggever van het Parool heeft niet alleen geweld aan de waarheid gedaan, maar ook in strijd geweest met de voor de journalistiek geldende regels.
Ik ben zeer teleurgesteld over de wijze waarop Het Parool nieuws publiceert: vol leugens, eigenbelang nastrevend, geen oog voor de gevolgen van een nieuwsbericht, volg leugens voor de betrokkene, terwijl ik voorheen het idee had, dat Het Parool zich met serieuze berichtgeving bezig hield en zich daarmee van vele andere media onderscheidde.
Ik verbaas mij ook hoe mensen alles klakkeloos geloven wat er in de media komt, en hun negatieve reacties gemakkelijk geven.
Ik ven één van het vele slachtoffers van de media.