Na de openingsceremonie gisteravond is het dan eindelijk zover. Vandaag barsten de Paralympics 2012 los. Wederom in Londen. Een recent sportfeestje aldaar voor valide sporters (dat zijn mensen die op het oog niets mankeren), leverde louter enthousiaste reacties op. Vandaar. Nederland neemt aan de Paralympics 2012 deel met een relatief kleine ploeg. Het regende namelijk afzeggingen. Zo gaf de damesploeg zoetwatervissen prioriteit aan het recente WK zoetwatervissen voor vrouwen in eigen land. Waarom verdedigend wereldkampioene Ingeborg Audenaerd niet bij de heren meedeed, wordt nog uitgezocht. Bovendien schitteren alle deelnemers van Sterren Springen door afwezigheid. Ze zijn of verdronken of liggen voor dood in een ziekenhuis. Daarnaast heeft een aantal pratende stropdassen gemeend te moeten bedanken voor de Paralympics 2012. Deze spiegellikkers geven doodleuk de voorkeur aan verkiezingsdebatten in Nederland.
Ondanks bovenstaande malheur is er geen enkele reden om de rouwband strakker om de nek te trekken. De Nederlandse equipe herbergt nog klasse genoeg. De doelstelling vertelt dát verhaal in vogelvlucht: een positie bij de eerste 15 landen in het medailleklassement. Wij van Moeten We Niet Willen wensen gelauwerd rolstoeltennisser Esther Vergeer en alle andere troeven van de Nederlandse afvaardiging onwijs veel succes. Daarmee is één prangende vraag natuurlijk nog niet beantwoord. Want moeten we de Paralympics zien als een evenement waar topsporters elkaar naar de kroon steken? Of is hier toch meer sprake van een uniek sportfeestje. Met resultaten waarvan niemand wakker ligt. Sportkoepel NOC*NSF hanteert de volgende definitie voor topsport: “Je bent topsporter als je internationaal op het hoogste seniorenniveau (EK’s, WK’s en Olympische Spelen) meedoet, binnen een erkend topsportprogramma”. Een definitie die volop ruimte laat voor interpretatie. Ik licht dat graag toe. Momenteel loop ik de 100 meter soms nèt binnen de 18 seconden. Soms: windkracht 11 in de rug komt in ons land nauwelijks voor. Usain Bolt houd ik dus alleen bij op weg naar de start. Maar in de categorie ODMMB (Oudere Dikbuiken Met Motorische Beperking) ben ik een rechtstreekse medaillekandidaat. Een vriend van mij, ene Flip, was een matig darter. Hij mocht zijn pijltjes alleen werpen als alle ramen dicht waren. Omstanders mochten hem alleen van achter gepantserd glas aanmoedigen. Sinds kort is vastgesteld dat Flip visueel nogal gehandicapt is. Op de Paralympics 2012 geldt hij ineens als de te kloppen favoriet. Bovenstaande smeekt om een stelling. Komt ie!
Stelling: Gehandicaptensport is grensverleggend, maar géén topsport.
Eens of oneens?
Ton
Tuurlijk is het geen topsport. Het wordt alleen maar in stand gehouden wegens de bakken met subsidies die er aan verdiend worden. Die manken en blinden vinden het zelf niet eens leuk maar worden elke keer de straat op gerold door hun baasjes richting sportvelden. Als ze net zoveel hersenen als wij zouden hebben zouden ze kunnen zeggen dat ze het helemaal niet leuk vinden.