Met dank aan de euro hóllen we terug in de tijd. Er is nergens geld meer voor. Waardoor zelfs noodzakelijke voorzieningen tot op het bot worden uitgehold. Ook de emancipatie krijgt klap op klap. Nog even en moeder de vrouw zit weer gewoon thuis met een kopje thee en melige lange vingers te wachten tot de kinderen thuiskomen. Van school. Want ook de kinderopvang is inmiddels niet meer te betalen. Vooral niet voor gezinnen met een hoger inkomen.
Nederland zou Nederland niet zijn als er niet meteen naar sluwe oplossingen zou worden gezocht. Nood maakt lenig. Ook in principes. Dat zit nu eenmaal in onze genen. Zo was er in de zestiger jaren van de vorige eeuw een fors gebrek aan ongeschoolde arbeiders. Concreter: aan arbeiders die de klote klusjes wilden doen. Als oplossing bedachten ‘we’ het fenomeen gastarbeider. Die gastarbeiders importeerden we onder meer uit islamitische landen als Turkije en Marokko.
Deze geronselde mannen moesten weliswaar hun gezin in de steek laten. Maar daar kregen ze heel veel voor terug: een deeltijdplek in een stapelbed (ploegendiensten), onderricht in Nederlandse schuttingtaal (koet, loel, neukie neukie, goffedomme, etc) en vooral minachting. Plús natuurlijk een als ‘salaris’ vermomde fooi. Tot op de dag van vandaag ben ik ervan overtuigd dat de agressie die jongere lichtingen Marokkanen naar ons toe tonen, haar wortels vindt in bovengenoemde periode waarin we gastarbeiders nog niet met de nek aankeken.
Nederland zou Nederland niet zijn als we zouden leren van onze fouten. Hele volkstammen Nederlanders zitten met een bijstandsuitkering thuis. Er is volop werk in de kassen. Werk waar wij (een recente proef in het Westland toonde dat nog maar eens duidelijk aan) onze neus voor ophalen. Vandaar dat het nu regent van de Polen en ‘Balkanners’ in ons land. Met alle gezeik van dien. Want ook Meldpunten Polen komen nooit uit de lucht vallen.
Wie denkt dat we inmiddels vreselijk gastarbeidersmoe zijn, komt bedrogen uit. De Hollandse koopmansgeest (vrij vertaald: voor een dubbeltje op de eerste rang zitten) heeft nog niets aan kracht ingeboet. Nu veel Nederlandse gezinnen de kosten van de kinderopvang niet kunnen of wensen op te brengen, wordt moeiteloos overgeschakeld op de nog vele malen ernstiger voorganger van ‘gastarbeider’: slaaf.
In dit specifieke geval gaat het om als au pair geafficheerde slavinnetjes. Die zich voor een habbekrats 7 x 24 uur over de kinderen van Nederlandse tweeverdieners dienen te ontfermen. De vraag naar deze veelal in de Filippijnen gerekruteerde slavinnetjes is booming. Au pair bureaus schieten als paddenstoelen uit de grond om dit gat in de markt te exploiteren.
Subtiel gaat het er niet aan toe, getuige deze advertentietekst van een van de vele au pair bemiddelingsbureaus: “U heeft al een flexibele, betrouwbare Fillipijnse au pair voor gemiddeld € 696,- per maand. Dit bedrag bestaat uit: zakgeld, ziektekostenverzekering, visumkosten, leges, vliegticket, bemiddelingskosten, kost en inwoning en de verplichte cursus in Nederland.”
Binnenkort kunnen Nederlandse tweeverdieners dus op hun gemak zeven avonden in de week dubbelen op de tennisbaan. Terwijl een in het stookhok van hun villa gehuisvest Filippijns slavinnetje thuis de kinderen in het gareel houdt.
Laat ik er niet omheen draaien: ook ik ben een Nederlander. Preciezer: een vrouw- en kinderloze Nederlander. Na uitgerekend te hebben wat ik maandelijks aan de hoeren kwijt ben, restte me slechts één conclusie: ik ben een dief van mijn eigen portemonnee én plezierknuppel als ik géén au pair in huis zou nemen. Morgenochtend al haal ik haar van Schiphol. Vanaf morgenmiddag woont ze in mijn bed.
Ton
Meer Ton? → TypischTon.nl