Draaiorgels. Het is de grootste nachtmerrie van winkeliers en mensen die zelf in de stad wonen. Kinderen schijnen op een wonderbaarlijke manier die muzikale straat-overheersende oorverdovende baggermuziekmakende kitsch op wielen kennelijk nog altijd heerlijk te vinden. Laten we het verder ook vooral niet hebben over de provinciaaltjes die het nodig vinden om wat in het centenbakje van de draaiorgelmalloot te kieperen. Zie het als apen voeren in de dierentuin: hoe meer mensen dat doen, des te dwangmatiger die beestjes gaan bedelen om nog meer voedsel. Draaiorgelbedelaars zijn niet anders. Hoe minder aandacht ze krijgen des te harder ze de volumeknop zetten, ze draaien zelf immers al decennia niet meer. Als je het centenbakje op en neer ziet gaan lijken ze aan het eind van de zaterdagmiddag op een ADHD’er met Parkinson die zojuist een lijntje speed heeft weggesnoven. Helemaal krankjorum wegens het gebrek aan aandacht vinden ze het vaak ook nog nodig om mee te gaan zingen met de Hollandse knijters. Of nog erger, fluiten. Vraag een gemiddelde winkelier wat hij van de draaiorgelterreur vindt en hij zal ronduit beamen dat hij er ook nog behoorlijk wat omzet door misloopt. In 1904 was het misschien nog leuk, maar tegenwoordig echt niet meer. Wil je een feestje houden dan staat de politie binnen no-time op de stoep in verband met teveel decibel per vierkante meter maar met betrekking tot de draaiorgels is er een soort knettergek gedoogbeleid. Als er al een hel bestaat is die gevestigd te Utrecht. Daar is namelijk het Museum Speelklok. De place to be voor mensen die houden van oorsadomasochisme. Helaas kunnen de draaiorgelneuroten door een soort van permanente hersen- en gehoorbeschadiging maar niet begrijpen waarom er
kansloze site alert!! steeds minder belangstelling voor hun troep is. Wij hopen dat het geschreven woord hen moveert om hun boeltje te pakken en mensen niet meer lastig te vallen. Alle draaiorgels terug naar Draaiorgellonië!