Wetenschap bewijst: bbq’en op houtskool is het beste

Met het lekkere zonnetje dat buiten schijnt als voorbode van de aankomende megasuperhete horrorzomer des doods gaat u natuurlijk massaal aan de BBQ vanavond. En terecht, want niets is fijner dan onder het genot van een witbiertje een stuk dood vlees al dan niet gaar te bakken en daarna lekker in het zonnetje te verorberen. MAAR. Er zijn ook individuen die de edele kunst van het barbecuen bezoedelen. Die hebben het gore lef om met een gasbarbecue aan te komen zetten. Of briketten. Of godbetert een electrische. Blasfemie is het. En het is ook stuk-ken minder lekker. ‘Ja’, zeggen de blasfemisten dan, ‘dat maakt toch geen hol uit. Of je het nou verwarmt op een buitenkeuken (oh gruwel) of op houtskool. Dat maakt niets uit.’ Dat is dus fout. Heel fout. De volgende keer dat je zo’n blaaskaak met zonder functionerende smaakpapillen tegenover je hebt, kun je hem om de oren slaan met wetenschap. En dat is altijd fijn. De wetenschap heeft namelijk uitgevogeld wat houtskool voor heeft op gas of electriciteit: aroma. Geur. Hoe iets proeft is namelijk opgebouwd uit geur en smaak en geur is het belangrijkste. component. Je tong heeft namelijk maar 5 smaakreceptors, maar in combinatie met je reukzin gaat er complete smaakhemel voor je open. En die rokerige heerlijkheid krijg je dus niet van een gasstel. Tuurlijk komen daar ook wel aroma’s van af, maar het aroma guaiacol vind je dus kennelijk alleen in houtskool. En dat zorgt ervoor dat welk willekeurig stukje vlees of vis dan ook lekkerder smaakt als het op een barbie verwarmd is dan wanneer het van een gasstel komt. Dus optieften met die gasdingen en electriciteitsvehikels. Houtskool is de brandstof voor de echte fijnproevers. Tip: wel af en toe even schoonmaken.