Deze week draaide het weer eens nergens anders om dan de homofobie die in Nederland nog altijd zo zichtbaar is, met dank aan René van der Gijp. Dit alles omdat de voormalige profvoetballer en huidig analist het lef had om te zeggen waar het op staat. In de voetballerij zijn er minder mensen werkzaam die homoseksueel zijn was de stelling. Heel Nederland lag overhoop. Alleen maar om die ene stelling van een man die zichzelf bovenal minder serieus neemt dan de rest van de natie. De ware Nederlander kwam naar boven en niks werd gespaard om maar vooral zijn stelling onderuit te trappen. Maar in hoeverre had hij eigenlijk ongelijk? Hoeveel vuilnismannen zijn homoseksueel? Hoeveel mannelijke kappers zijn hetero? Statistisch gezien maakt het alsnog geen ene flikker uit. Je kiest er niet voor om geboren te worden als homoseksueel of hetero. Je bent wie je bent en daar heeft je omgeving en de rest van de maatschappij maar mee te dealen. Of wordt er verwacht dat men in de toekomst ook zijn of haar seksuele geaardheid op een curriculum vitae gaat zetten? En dan was daar in dezelfde week ook nog de Gaypride of Amsterdam waarvan de strekking ongeveer is: ‘Haaaaaiii haaaiiii! Joeehoeeee!! KIJK dan! Ik heb homo en sta hier in een zwart lederen string op een boot om jullie ALLEMAAL duidelijk te maken dat het hebben van homo heel normaal is!‘ Homoseksueel zijn is inderdaad even normaal als dat er een windmolen in Nederland staat. Maar waarom moet dat dan over the top geëtaleerd worden door middel van één of andere bootoptocht? René van der Gijp heeft door zijn stelling dan wel mening precies bereikt waar hij op doelde. Zeg één ding wat tegen zere been is van de moralfags en half Nederland zit op de kast. De Nederlandse bevolking is steeds en steeds meer bezig om elkaar alleen maar te wijzen op wat wél of niet kan. Het enige wat van der Gijp wilde zeggen was: “Maak je nou niet zo druk joh…man… leven en laten leven… alsof een Cristiano Ronaldo nu zou gaan zitten lopen denken doen… ik gaat het tegendeel bewijzen… kom op joh… die komt die kast dus echt niet uit hè! Hihihi.”