De roker is een uitstervende soort. Gaat de verstokte tabaksjunk niet aan de longkanker of COPD ten onder, dan wel aan het groeiende aantal maatregelen om het roken bijkans onmogelijk te maken. Accijnzen, boetes voor de verkoop van tabak aan jongeren, het rookverbod in openbare gebouwen, op werkplekken en in de horeca, afschrikwekkende plaatjes op sigarettenpakjes en het verbod op tabaksreclame om er maar een paar te noemen. Per jaar overlijden er 19 duizend mensen aan de gevolgen van roken. Van de 3,5 miljoen sigarettengebruikers die Nederland nog telt. De kans om te sterven komt hiermee op een half procent per jaar. Elk jaar opnieuw.
Het goede nieuws is dat een rokersdood pijnlijk en langdurig is er steeds minder Nederlanders van vijftien jaar en ouder roken. Ze stoppen ermee, of nog verstandiger, beginnen er niet eens aan. Volgens staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid is dit het resultaat van het weldoordachte preventieve antirookbeleid dat de Nederlandse overheid al jaren voert. Dat is het mooie van politiek. Als het aantal rokers daalt dan komt dat door het beleid, als het aantal toeneemt dan ligt het aan de burger zelf. Prachtig vak hoor, politicus. Als die Van Rijn een échte vent was verbood hij de invoer van tabak volledig. Vanuit het oogpunt van volksgezondheid. Want roken is slecht voor je, dat weet toch iedereen.
Maar dat ligt een beetje moeilijk omdat diezelfde overheid jaarlijks 2,7 miljard euro opstrijkt aan tabaksaccijnzen. Dat wist u niet hè. Dat het zoveel geld was. Ondanks al die mooie preventieve praatjes verdient de overheid dus heel erg goed aan de verslaving van haar burgers. En in plaats van deze burgers op handen te dragen, marginaliseert en demoniseert de overheid haar rokende onderdanen steeds meer. Onterecht zo blijkt, het zijn juist de rokers en drinkers die ons uit de crisis helpen. Onze alcoholconsumptie levert vadertje staat ook nog eens een slordige 1,7 miljard euro per jaar op. Dus rook (en drink) Nederland de crisis uit. Je bent nooit te oud om te beginnen.