Oud worden. We willen het allemaal. De een is er alleen iets succesvoller in dan de ander. Soms kiest men er bewust voor om zo snel mogelijk te stoppen met de rock and roll maar in veel gevallen is het ook gewoon domme pech. Het feit blijft dat we er doorgaans alles aan doen om in vaak erbarmelijke omstandigheden zo oud mogelijk te worden. Gewoon omdat het kan.
In het dierenrijk gaat het er niet anders aan toe. De sterkste en slimste wezentjes zullen het langst naar adem blijven snakken. Waar de mens van geluk mag spreken als hij de 80 jaar weet te passeren is er menig diersoort dan dan pas net in de pubertijd zit. Onderzoekers vonden onlangs een schelpdier waarvan ze vrij snel wisten dat het wellicht het langst levende dier op aarde ooit moest zijn geweest. Geweest ja. Omdat de wetenschap nog altijd belangrijker is dan het leven van welk dier dan ook vond men het nodig de schelpen uit elkaar te scheuren. Gevolg: het beestje was binnen een paar seconden zo dood als een pier.
Het onnodig doodmaken van een dier mag wat kosten voor de wetenschap. En dát is het positieve nieuws! Het schelpdiertje, genaamd Ming, bleek namelijk niet slechts vier eeuwen geleefd te hebben maar een eindbazige 507 jaar! Mooi toch! Doodgemaakt worden om te testen of je wel écht zo oud bent als dat je je voordoet! Wat is de wetenschap toch een walgelijk mooi medium. Baas, we hebben goed nieuws en we hebben slecht nieuws. Het goede nieuws is dat we het oudste en langst levende dier ooit hebben gevonden. Het slechte nieuws is dat…uhm… ja… we op zoek moeten naar een nieuw oudste en langst levende dier want dit exemplaar hebben we hartstikke kapotstukdood gemaakt. Sorry!