‘Ja sjit. Die auto’s razen maar door. En ik moet toch naar mijn werk. Hm. Zal ik het er maar op wagen dan? Ja… Nee… Toch maar niet. Ha, daar stoppen ze voor me. Zou ik het er op wagen? Ja, vooruit dan maar. Rennen maar!’
‘Ja sjit. Die auto’s razen maar door. En ik moet toch naar mijn werk. Hm. Zal ik het er maar op wagen dan? Ja… Nee… Toch maar niet. Ha, daar stoppen ze voor me. Zou ik het er op wagen? Ja, vooruit dan maar. Rennen maar!’