Eind november riep het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) alle Nederlandse taalgebruikers op om woorden te nomineren die zij in 2014 niet meer terug wilden zien. Het woord kids kwam als grote winnaar uit de bus. Ruim voor de nummer twee yolo en de nummer drie swag. Persoonlijk vinden wij swag helemaal niet zo storend, maar dat komt omdat wij van nature al swag zijn. Voor de 14-plussers onder u: swag betekent zoiets als zelfverzekerd. Van het woord yolo hadden wij eerlijk gezegd nog nooit gehoord. Het is een afkorting en staat voor you only live once. Vooral gebruikt door kansloze jongeren die veel drank en drugs gebruiken en denken dat dit het echte leven is. Sukkels. Wacht maar tot je veertig bent.
Dat kids op één staat begrijpen wij wel. Wat een vreselijk woord. Onpersoonlijk en gevoelloos. Echt een woord voor ouders die een hekel aan hun koters hebben. Wij noemen onze kids overigens gewoon kinderen. Waarom in het Engels, als het ook in je moerstaal kan. Dat geldt tevens voor de nummer vijf van de lijst, selfie. Een selfie is de onhebbelijke gewoonte om jezelf op de foto te zetten. Bij voorkeur met je eigen smartphone. Het toppunt van narcisme. Zelfs Obama doet het. De Vlamingen kwamen met de woorden dagdagelijks en confederalisme op de proppen, respectievelijk de nummer zes en zeven op de ranglijst. Tja, nu begrijpt u ook waarom wij maar wat blij waren toen de zij zich in 1830 van ons afscheidden. Rare jongens die Belgen. Wij snappen vaak niet eens wat ze bedoelen.
Het allerergste woord is wat ons betreft participatiesamenleving. In de ranglijst terug te vinden op een bescheiden vierde plek. Het betekent helemaal niks. Het is vaagtaal van de bovenste plank. Een politiek eufemisme voor zoek het zelf allemaal maar lekker uit. Weg ermee. De participatiesamenleving kan wat ons betreft van de Troonrede rechtstreeks de prullenbak in. Bah, weg met dat woord!