Spermadonoren hebben niets te willen. Zij mogen geen eisen stellen aan de bestemming van hun kwak. Zo zijn er fappers die hun zaad niet willen afstaan aan ongetrouwde vrouwen of aan lesbische stellen. Of vinden zij dat hun zaadcellen alleen bij bepaalde geloofsaanhangsters mogen worden ingebracht. (De vraag is dan meteen natuurlijk: mag je van een Allah wel fappen om een vreemde vrouw te bezwangeren? Antwoorden in de comments graag -red.) De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) werkt samen met de Vereniging voor Klinische Embryologie (KLEM) aan een richtlijn die duidelijkheid moet bieden over de toelaatbaarheid van deze voorwaarden. Het College voor de Rechten van de Mens werd er op losgelaten en die concludeerde dat het discriminatoir zou zijn voor de zaadontvangster als de voorwaarden van de zaadgever zouden worden ingewilligd. En dit zou zwaarder wegen dan de bezwaren van de donateur. Spermabanken mogen niet tegemoet komen aan voorwaarden van spermadonoren over seksuele gerichtheid, godsdienst, ras, nationaliteit en burgerlijkste staat.
Bam. Die staat. Spermabanken hebben het namelijk al ontzettend moeilijk in deze tijden. Sinds 2004 ziet men het aantal gulle gevers drastisch teruglopen, nadat bepaald is dat spermabankbaby’s vanaf hun 16e het recht hebben op de NAW-gegevens van hun biologische vader. En dat is schrikken natuurlijk. Wél cloontjes op de wereld zetten maar de verantwoordelijkheid er voor willen dragen: nee. Tenzij het onder bepaalde voorwaarden gebeurt. Maar daar is nu een halt aan toe geroepen. Je zou als ontvangende partij natuurlijk ook kunnen afvragen of je wel zo’n kleverig genenbommetje dat toebehoort aan zo’n veeleisend homofoob of godsdienstgestoord dwingelandje zou moeten willen gebruiken om je voort te planten. Sperma doneren? Dat heb je zelf in de hand. En als je het niet eens bent met de procedure smeer je het maar af aan de gordijnen.
Waarom zou je niet mogen bepalen wie jouw nakomeling gaat meeproduceren? Als je na 17 jaar toch het risico loopt dat zo’n kutpuber voor je neus “pappa” staat te roepen kun je maar beter zorgen dat je weet waar je ‘m (niet) inhangt!