De Russen zijn een vreselijk volk. Luidruchtig, onbeschoft en platvloers. Het lijken wel Hollanders. Soms zijn ze megarijk en denken ze dat ze de hele wereld bezitten. Kopen een voetbalclub, dragen dure bontjassen, parkeren op de stoep en als het even zo uitkomt laten ze een zakenpartner ombrengen om zo een goedlopende oliemaatschappij voor zich alleen te hebben. De meeste Russen zijn echter straatarm. Drinken te veel, hullen zich in vodden, stinken, slaan hun vrouw en kinderen en brabbelen een onverstaanbaar taaltje dat ook nog eens volledig onleesbaar is. Begrijp ons goed. Wij hebben niks tegen Russen. Zij zijn van harte welkom in ons land. Of beter gezegd hun keiharde gasroebels kunnen wij goed gebruiken. Want daar gaat ons Nederlandse hartje toch het snelst van kloppen: geld.
Wij beloven plechtig dat wij de Russen niet zullen discrimineren. Dat doen wij sowieso al nooit, maar de Russen hoeven zich echt geen zorgen te maken. Zij mogen onderling gewoon Russisch spreken en mogen zelfs met elkaar samenwonen. Wij Nederlanders zijn ruimdenkend genoeg. Maar in de openbare ruimte willen wij er niks van merken. Dat ze anders zijn bedoelen wij. Dus geen Russische winkeltjes met van die verschrikkelijke Matroesjka poppetjes, geen openbare dronkenschap of voordringen in de rij en al helemaal geen Ruslandjaar met van die lelijke Russische Oostblokkunst. Elke vorm van propaganda voor Moedertje Rusland is uit den boze. Op straffe van directe uitzetting. Maar wat die smerige Russen echt niet moeten doen is aan onze kinderen zitten. Vooral niet die oppersmeerlap Poetin die altijd met ontbloot bovenlijf in de media verschijnt. En bij ons de indruk wekt dat hij menig klein jongetje wel eens lekker in zijn poeperdje zou willen pakken. Ranzige vent. Dus Russen, blijf met jullie gore poten van onze kinderen af.