Eind november nagelde onze minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen de kledingketen CoolCat nog even fijntjes aan de schandpaal. CoolCat weigerde een akkoord te ondertekenen over veilige werkomstandigheden voor fabrieksarbeiders in Bangladesh. Ploumen sprak stoer dat CoolCat hierdoor zijn geloofwaardigheid zou verliezen bij de klant. En dat het bedrijf aan de verkeerde kant van de lijn stond. Wat dat ook moge betekenen. Wij weten niet of mevrouw Ploumen wel eens in een winkel van CoolCat is geweest, maar wij kunnen haar verzekeren dat het de klanten van gemiddeld nog geen tien jaar oud geen reet interesseert of het net iets te korte topje in schreeuwend roze nu in Bangladesh, China, India of waar dan ook gemaakt is. Als het maar lelijk en goedkoop is.
Amper twee maanden later verkondigt de minister in een stiekem gepubliceerd nieuwsbericht op de website van haar departement dat zij de verkeerde suggesties die zijn gewekt betreurd en dat het goed is dat CoolCat verantwoorde inkoop serieus neemt. Welingelichte bronnen in Den Haag beweren echter dat de minister is gezwicht voor de advocaten van het concern en haar keutel gewoon heeft moeten intrekken. Draaikonterij heeft dat in fatsoenlijk Nederlands. Het nieuwsbericht leest als een ode aan CoolCat. Er is geen bedrijf in Nederland dat zo begaan is met al het leed in de wereld als het hippe kledingconcern als wij Ploumen moeten geloven. Een fraai staaltje free publicity. Waar een beetje juridische druk al niet goed voor is.
U moet dan ook niet raar opkijken als u minister Ploumen binnenkort in een hippe sweatbroek met tijgerprint en bijpassende winterjas met imitatiebont door het Binnenhof ziet flaneren. Lilianne Ploumen en CoolCat zijn weer vriendjes.