Niet alleen de mens is vatbaar voor verslavingen, ook in het dierenrijk komt het veelvuldig voor. De duizenden Nilgai-antilopen in de Indiase deelstaat Madhya Pradesh bijvoorbeeld. De elegante herten doen zich de laatste twee jaar tegoed aan de zaadbollen van de papaver, die daar voor medicinale doeleinden verbouwd wordt. Opium dus. En de zwaar verslaafde Nilgai lusten er wel pap van. Met als gevolg dat zij helemaal gek worden, als een dolle rondrennen en de gewassen van de boeren vernielen. Hekken, bewakers, niets houdt het dier tegen. Een ware plaag.
De wrange grap is dat de boeren het leed over zichzelf hebben afgeroepen door in 2008 de enige natuurlijke vijand van de antilope te verjagen, de panter. Dit roofdier zorgde ervoor dat de hertenpopulatie beheersbaar bleef en dat de dieren zich niet in de buurt van de papavervelden waagden. Nu willen de boeren de panter maar al graag terug.
Volgens een lokale boswachter is dit een klassiek voorbeeld van hoe menselijk handelen de voedselketen ingrijpend kan verstoren. Door het verdwijnen van de panter nam het aantal Nilgai explosief toe en door de overlast die de heroïneherten veroorzaken is relocatie geen optie meer. Geen enkel ander dorp wil ze meer hebben, bang als de inwoners zijn voor kaalslag van hun landbouwgrond. Door de verregaande ontbossing is de conditie van het oerwoud dermate verslechterd dat zelfs de panter na zes jaar niet meer terug kan keren.
Er zit dus maar één ding op: afknallen die beesten. Een massaslachting. Met dank aan de opiumboeren van India. Die nu pas beseffen hoe belangrijk de panter wel niet voor hen was. Zes jaar te laat. Helaas.