‘Zeg oudjes. Niet zo emmeren! Niet zo jammeren! Ja, u moet verhuizen, dus? Ja, uw kleinkinderen hebben verdomme ook geld nodig stel vrekkige gieren! Niks in waardigheid sterven. We proppen u gewoon in een pre-mortuariumschuur en u heeft het maar te slikken! Niet zo egoïstisch zeg! Beetje zeuren over een verhuizing, wist u dat u in de oorlog niks te vreten had? DAT WAS PAS ERG JA MEVROUW! Maar kom zeg, u bent dement. Wat kan het u verrotten waar u dood gaat? U kunt links van rechts toch niet meer onderscheiden.
Ja mevrouw de Witt, de wereld is hard. Maar prioriteiten hè, hier in Nederland stoppen wij onze ouderen gewoon weg in steeds grotere sterffabrieken waar u uw laatste dagen kunt wegkwijnen want u bent te duur geworden. De bezuinigingen raken iedereen mevrouw, niet alleen u dus weg met die pruillip! Hebben uw kinderen en kleinkinderen ook geen last meer van die geur, die natte kussen en gezever over de oorlog! Nee u mag niet blijven! En waar haalt die ene dochter van u, die nog wel een donder om u geeft, om te zeuren over het feit dat wij een dementerende vrouw uit een vertrouwde omgeving rukken? HET LEF VAN DIE MENSEN!
Nee hoor mevrouwtje, u bent veel beter af in deze grote instelling die u goed voorbereid om zonder te veel problemen te veroorzaken te sterven. Het simpele feit is dat u te duur bent en verder geen fuck oplevert dan natte luiers. Als we door de verhuizing het proces wat kunnen versnellen is dat alleen maar mooi meegenomen toch? Ja mevrouw, u zult iedereen wel heel erg missen maar als u tussen zes planken ligt zullen wij u ook missen hoor. En nee mevrouw ik geloof niet. De enige plek waar u zal branden is in de oven hier achter deze oudenlijkenfabriek. Nou da-aag mevrouw de Witt. Dit is het volgende station. Hier moet u helaas uitstappen. Ja het klopt, we rijden nog. Maar toch moet u er uit. Groetjes!’
Dit was een gemiddelde dag van Renee Braams (neerlandica, muziekdocent en columnist) in een verzorgingstehuis.