Na alle ophef over het slechte rekenkundige inzicht van Pabo-leerlingen, zijn nu eerstejaarsstudenten aan de Hanzehogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen de klos. Promotieonderzoek naar hun schriftelijke taalvaardigheid wijst uit dat zij nog geen zin foutloos kunnen schrijven. Gemiddeld maken zij zo’n veertig taalfouten per volgeschreven velletje. Voor hbo’ers ligt dit aantal zelfs op tachtig.
Het merendeel presteert hiermee ver onder het basisschoolniveau. Het zijn niet eens zozeer de dt-fouten die storend zijn, maar zestig procent van de taalfouten betreft een verkeerde woordkeuze, onjuiste interpunctie en rare zinsconstructies. Waardoor de betekenis van de tekst volledig onduidelijk wordt.
Verbijsterend vindt onderzoekster Anouk van Eerden. Helemaal omdat de ondervraagde studenten ook nog eens een talige studie doen. Dan mag je toch wel een beetje een fatsoenlijk taalgevoel verwachten. Helaas, na dertien jaar basis- en middelbaar onderwijs hebben ze nauwelijks vorderingen gemaakt.
Maar er is hoop. De onderzoekers ontwikkelden het onlineprogramma Taalvaardigheid Nieuw, waarmee studenten de foutieve teksten kunnen herschrijven. Na twintig uur oefenen neemt het aantal fouten met twintig procent af. Dat is nog eens een resultaat. Het lijkt ons dat deze methode met onmiddellijke ingang deel moet gaan uitmaken van het curriculum. Want wat heb je aan teksten die volledig onleesbaar zijn? En dat de jeugd de toekomst heeft, is toch vooral lachwekkend. Eerst maar eens leren rekenen en schrijven in plaats van zuipen en snuiven stelletje nietsnutten.