Niet veel mensen zullen er weet van hebben gehad, van de avond in De Rode Hoed te Amsterdam. Het kleine Zwanenzaaltje zat wel vol met mensen die er ‘iets’ mee hadden: ‘conservatisme’, ooit een scheldwoord, was het welwillende onderwerp. Tot lang na de oorlog waren jan en alleman links en progressief. Dat wil wel na, vijf jaar extreem-rechtse terreur.
Op ‘De avond van het Conservatisme’ werd er in de vroege avonduren ergens in de grachtengordel van Amsterdam toch gesproken over ‘progressief’ zijn, ‘conservatief’ zijn en het allebei tegelijk zijn, zonder sporen van schaamte. Onder leiding van Filosofie Magazine-redacteur Daan Roovers werden toch bij tijd en wijle zelfs blikken als degens gekruist en vlogen er woorden als bakstenen tussen de veronderstelde tegenstanders. Behendig ontwijken dus. Zo omschreef door de wol geverfde zachtaardige agitator Herman Vuijsje zichzelf als ‘sociaal’ en ‘liberaal’ en verbaasde hiermee in ieder geval een deel van het publiek. In de jaren 1980 had hij links Nederland tot grote onrust gebracht met zijn pleidooien voor ‘recht en orde’ en zijn geschamper over het Sociaal-Cultureel werk. Zijn geslepen pen in ‘De nieuwe vrijgestelden’ gaf zelfs de toenmalige minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur Elco Brinkman, munitie om een ongeslepen bijl in het welzijnswerk te zetten.
Euroscepticus Thierry Baudet vond hem tegenover zich bij zijn vriendelijke tirade over hoe de leugen de kunsten, en meer nog de subsidies, regeert. Feministe en feminisme-critica Nienke Wijnants wist goed te vertellen hoe groot de verwarring is, die in ieder geval een derde van de huidige dertigers tot nostalgie naar een, misschien onbestaand, verleden leidde. Woorden doe geen pijn.
Entreeact Spinvis roerde met slechts een gitaar en nauwelijks aanwezige begeleider op accordeon de gevoelens van de aanwezige hoopvolle conservatieven en wanhopige progressieven tot bedaren. Dit droeg er ongetwijfeld toe bij dat de aanwezigen in het zaaltje zich betrokken mengden in een debat dat na afloop aan de bar tot volle wasdom kwam.
Ooit was het een vies woord: ‘Conservatisme’. Zoals Vuijsje zei: ‘dit is een geweldige tijd. Er kunnen allemaal verschillende dingen worden gezegd. Dat is wel eens anders geweest.’ Hij doelde natuurlijk op de verstikkend progressieve jaren zestig en zeventig in de vorige eeuw, die volgden op de verstikkend conservatieve jaren vijftig. Het is maar van welke kant je het bekijkt. De werkelijkheid is er beweeglijk genoeg voor.
Een zwaluw maakt nog geen zomer. De meidagen van 2014 hangen er een beetje tussenin. Wie de reactiekolommen in de weblogs ‘Geenstijl’ en ‘Joop’ van vandaag bekijkt, zal vaststellen dat tegenstanders zich tegenwoordig onder medestanders mengen. De toon is nog niet al te vriendelijk, maar er is tegenspraak: het zout in de pap die democratie heet en anders smakeloos is.
Wie ook nog de televisieprogramma’s bekijkt, loopt het risico zich toch bedrogen te voelen. De grootste parochie preekt nog steeds vooral voor zichzelf. Wie kijkt naar de Publieke Omroep zal nog steeds op zijn neus geen rechtse bril vinden en wie RTL aandurft, zal voor het slapen gaan niet gauw door een verheven gedachte over de oneindige mogelijkheden van het leven op aarde overvallen worden. Dat hoeft ook niet. Alles heeft tijd nodig en wie op 26 mei 2014 in De Zwanenzaal van De Rode Hoed was, kan zeggen: ‘ik heb een zwaluw gezien!’