Het is een stoutmoedig plan. De samenvoeging van de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht tot één enorme superprovincie. Voldoende politieke steun is er nog niet, maar volgens initiatiefnemer Ronald Plasterk is het een heel verstandig voorstel. Schaalvergroting moet ervoor zorgen dat Nederland gemakkelijker en eenvoudiger bestuurd kan worden. En het scheelt toch al snel een paar miljard euro en een heleboel bureaucratie. Wie wil dat nou niet?
Weerstand is er vooral bij de drie provinciebesturen. Met de voormalige minister van Binnenlandse Zaken en commissaris van de Koning van Noord-Holland Johan Remkes (VVD) als belangrijkste criticaster. Geen fusie zonder visie dreigt hij. Saillant detail is dat het juist de VVD was die de fusie in het regeerakkoord liet opnemen.
Punt van discussie zijn de bevoegdheden die het nieuwe landsdeel straks van het kabinet krijgt. Te weinig volgens de provincialen. Terwijl de landelijke partijbonzen de macht van de provincie toch vooral willen beperken. Een wedstrijd dus. Tussen twee bestuurslagen die wel eens willen laten zien wie het verste kan plassen.
Wij vrezen dat dit alles uiteindelijk tot een nietszeggende oplossing zal leiden, waar niemand echt gelukkig mee is. Polderen tot je er dood bij neervalt. Ons advies: zo snel mogelijk opheffen die provincies en per 1 januari a.s. vijf landsdelen vormen. Noord (Friesland, Groningen en Drenthe), Oost (Overijssel en Gelderland), Zuid (Brabant en Limburg), West I (Zuid-Holland en Zeeland) en West II (Noord-Holland, Utrecht en Flevoland). Hoe moeilijk kan dat zijn?
Nou, heel moeilijk dus. Alleen al het verzinnen van een nieuwe naam voor de fusieprovincies is een hele klus. En bovendien is Plasterk van de PvdA en dan weten wij genoeg. Wij en onze kinderen gaan de fusie vermoedelijk niet meer meemaken.