Zo stond je een heel leven lang lekker elke dag jeeps en tanks in vrolijke camouflagekleuren te schilderen in één van de vijf voormalige NAVO-depots in Nederland. En zo sterf je jaren later aan de kanker. Het overkwam ruim honderd werknemers van Defensie, die soms wel tientallen jaren blootstonden aan onder meer het kankerverwekkende Chroom-6 dat in de camouflageverf CARC (Chemical Agent Resistant Coating) was verwerkt. Defensie reageert zoals het altijd in dit soort gevallen reageert. Ontkennend. Niets aan de hand dus.
Maar er is wel degelijk iets aan de hand. Defensie beschikt over onderzoek waaruit blijkt dat hun personeel risico’s liep en onvoldoende beschermd was tegen giftige stoffen als asbest, verarmd uranium, benzeen en het al eerder genoemde Chroom-6. In de werkplaats in Vriezeveen werd een Chroom-6 concentratie van wel honderd keer de norm gemeten. Een honderd procent garantie op kanker zeggen deskundigen. De resultaten van het onderzoek kwamen echter nooit naar buiten. Ze kennen wij Defensie weer.
De minister van Defensie Hennis zegt vooralsnog geen aanwijzingen te hebben dat oud-medewerkers van Defensie structureel zijn blootgesteld aan te hoge concentraties gevaarlijke stoffen. Schandalig eigenlijk, maar deze zin is vast afkomstig van de afdeling juridische zaken. Om te voorkomen dat Defensie aansprakelijk gesteld wordt voor de geleden schade.
Letselschade-expert Yme Drost weet wel raad met dit soort juridisch gedoe en stelt Defensie namens dertien zieke oud-werknemers alsnog aansprakelijk voor het gebruik van de giftige camouflageverf. Aansprakelijkheid geldt tot vijf jaar nadat de schade is ontdekt en de daarvoor verantwoordelijke instantie of persoon is aangewezen. Nu maar hopen dat de oud-werknemers tegen die tijd nog in leven zijn. Je moet het maar kunnen. Werken bij Defensie.