Onze taalregels volgen de gesproken taal en natuurlijk is dat maar goed ook, anders liepen wij nog steeds in het bosch rond, en dan bedoel ik niet Den Bosch, maar het bos. En toch moet ik er niet aan denken dat “hun hebben”, “groter als” en meer van dit soort gruwelijkheden in het groene boekje terecht komt. Taalgebruik wat wellicht goedgekeurd gaat worden omdat het tot de analfabeetjes onder ons en de mensen met een te dikke hoofdhuid maar niet wil doordringen wat onze taalregels zijn.
Eens in de tien jaar verschijnt er een nieuwe Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie, beter bekend als het Groene Boekje. In 2016 gaat het nieuwe Groene Boekje verschijnen. Het huidige verscheen in 2006 en had bijna 900 spellingverschillen met de versie van 1995. Een woord wordt opgenomen in de Grote Van Dale en taalregels in het Groene Boekje als de redactie dat woord of taalgebruik ongeveer drie jaar regelmatig aantreft in het (schriftelijk) algemeen taalgebruik (kranten, tijdschriften, boeken, televisie, radio, internet). Als we dan naar Twitter kijken, kunnen we leestekens en spaties geheel weglaten. Overbodige luxe en hetneemtteveelruimteinbeslag. Met de vocabulaire van de real life soapies moet ik niet denken aan een nieuwe lijst van Nederlandse woorden.
De spellingaanpassingen in het Groene Boekje zijn vereenvoudigingen en verbeteringen: de samenstellers van de woordenlijst hebben ook taaladviesdiensten geconsulteerd om vast te stellen welke spellingvoorschriften in de praktijk vaak tot problemen leiden.
Dus wat tot problemen leidt, moet geëlimineerd worden? Misschien te moeilijk voor het gemiddelde pauper niveau? Wat wij niet kunnen, geven we maar op en wat veel mensen fout doen, dat breien wij recht? Want fouten worden over een aantal jaar goed gekeurd als het aan deze ministers ligt. Of moet ik zeggen: “als het aan hun legt”? Welk voorbeeld geven wij onze kinderen hiermee? Niet alleen dat je kunt leren wat je wilt, het verandert steeds weer. Dat vind ik niet zo fout, want dat is op ieder gebied en taal ontwikkelt zich ook. Maar we geven ook het signaal af dat als veel mensen iets verkeerd doen, we dan gewoon de norm veranderen.
Er is de laatste jaren nogal wat veranderd: “Datums”, mag, naast het immer correcte “data” als meervoud van datum gebruikt worden. Een aantal mensen loopt door de straat, wat een leraar Nederlands mij ooit heeft geleerd, wat zeg ik: ingehamerd, mag nu rustig vervangen worden door: een aantal mensen lopen door de straat. Ook “uitprinten”, waar ik zelf fel tegen in opstand ben gekomen, omdat het “printen” of “uitdraaien” is, hup, wordt gewoon gezien als een samentrekking van “uitdraaien” en “printen”. Nou, daar trekt bij mij ook iets van samen en het is mijn maag.
Een hilarische is wel: mond-op-mondreclame. Twee termen: “mond-tot-mondreclame” en “mond-op-mondbeademing” worden vaak verhaspeld tot “mond-op-mondreclame”. Hier moet je geen plaatjes bij zien, dat is wel een zeer intieme vorm van reclame maken. Ook “omdat” en “doordat” worden regelmatig door elkaar gehaald en niet meer als fout gerekend, we weten niet meer precies dat “omdat” bij een reden hoort, en “doordat” bij een oorzaak.
Binnenkort begrijpt men niet wat je zegt, omdat het voor hen geheel onduidelijk is wat onderwerp, lijdend voorwerp en gezegde nu zijn. En zo wordt het hulpzinnetje “wat wordt door wie ge… “ uit de grammatica, een daadwerkelijke vraagstelling.
Ik ben gek op dit soort taaltirades. Het is ironisch dat ook daar spelfouten staan. Ik tel minstens vier stuks in deze.
Reclames die de tekst onleesbaar maken dat moeten we ook niet willen!
“Taalgebruik wat wellicht goedgekeurd…”. Het is ’taalgebruik, dat’.