De Nederlandse belastingdruk behoort tot de hoogste ter wereld. We betalen in ons land werkelijk overal belasting over. Auto’s, benzine, huizen, telefoon, inkomen, alcohol, frisdrank, afval, kleding, te veel om op te noemen. Een aardige melkkoe dus, die belastingen. Wat die Hollanders kunnen, kunnen wij beter moeten de Hongaren gedacht hebben. En kwamen met de internettax. Het doel was om internetproviders voortaan flink te laten dokken voor het doorgeven van het digitale signaal aan hun klanten. Tegelijkertijd zou de Hongaarse overheid hiermee de informatievrijheid van haar burgers kunnen beperken. Want welke overheid zit er nu te wachten op goed geïnformeerde en mondige burgers? Hongarije in ieder geval niet.
Honderdduizend jonge Hongaren gingen de straat op om hiertegen te protesteren. Zij zagen de bui al hangen. Bij wie zouden de internetproviders uiteindelijk de rekening neerleggen? Precies, bij hun klanten. Zij dus. Het werkte. Premier Orbán wist niet hoe snel hij het plan weer van tafel moest halen. Als mensen iets niet alleen onaangenaam, maar ook onredelijk vinden, dan moet het niet gebeuren zei hij in een radio-interview. Een zeldzaamheid deze actie van Orbán, die gezien zijn grote meerderheid in het parlement vaak doet wat hij wil. De meeste stemmen gelden, niet waar? Zo heel veel verschilt de prille Hongaarse democratie dus ook weer niet van het voormalige Stalinistisch geschoolde regime. Democratie is ook maar ‘a means to an end’.
Dit betekent niet dat het plan helemaal van tafel is. Integendeel. Orbán wil graag blijvend meeprofiteren van de enorme winsten die online worden gemaakt. Hij heeft geld namelijk heel hard nodig. Tijdens de vorige verkiezingen beloofde hij de salarissen van ambtenaren en militairen te verhogen in ruil voor hun stem. Voor wat, hoort wat. Hij gaat hoe dan ook een nieuwe belasting invoeren. Maar wacht gewoon op een geschikter moment. Timing is alles in de politiek.
Hongarije gaat zich ontpoppen als de snelle leerling.
Eerst een breed draagvlak creëren in Brussel en dan GEZAMENLIJK invoeren, te beginnen in Nedrigland want daar pikken ze toch alles!